Begin november was ik op ontdekking in het Lauwersmeer gebied tijdens het bloggersweekend #Lauwersmore. Hoewel de Konikpaarden in meerdere natuurgebieden in Nederland te vinden zijn was ik er nog nooit op uitgetrokken om ze daadwerkelijk te gaan spotten en fotograferen. In het Lauwersmeer gebied hoefde ik er weinig moeite voor te doen, de oerpaarden stonden gewoon ergens langs de weg. Geen bijzondere zoektocht dus maar wat was ik blij deze grazers eens van dichtbij te zien.
Inhoudsopgave
Konikpaarden spotten in Lauwersmeergebied
Aan het einde van de jaren ’80 werden de eerste Konikpaarden naar het Lauwersmeer gebied gehaald om ze te laten grazen op de voormalige zandplaten en kwelders van de oude Lauwerszee. De meeste paarden lopen rond op de Kollumerwaard en de Zoutkamperplaat. Het totale leefgebied bedraagt ongeveer 2000 hectare. Hun eetlust en die van de Hooglanders, zorgt er mede voor dat de open vlaktes en de ruige graslanden niet in een bos veranderen. De paarden houden het gras kort want ze snijden met hun tanden het gras bijna tot de grond af.
Als het gras op is gaan de Konikpaarden op zoek naar struiken, bast en rietwortels. In de winter verliezen ze regelmatig een kwart van hun gewicht en als er weer genoeg voedsel is in het voorjaar eten ze dat er zo weer aan. De Konikpaarden en de Hooglanders zorgen er samen voor dat het landschap zo gevarieerd blijft.
*Lees hier meer over Konikpaarden in Nederland.
**En ben je net als ik gek op paardrijden? Lees dan hier al mijn artikelen over paardrijden.
Oorsprong van de Konikpaarden
Van oorsprong komt de ‘konik’ uit Wit-Rusland en Polen waar ze in het wild leefden. Dat de paarden een kleine stokmaat hebben daar is ook hun naam aan te danken. ‘Koń’ betekent paard in het Pools en ‘konjiek’ staat voor paardje.
Zo’n 15.000 jaar geleden leefden er drie wilde paardenrassen in Europa, het bospaard, het Prezwalski paard en de Tarpan. De Konikpaarden zijn nauw verwant aan de de Tarpan, het ras dat in Oost-Europa leefde en in 1870 uitstierf door overbejaging. Het vlees van de Tarpan was toentertijd een echte delicatesse. De vacht van de Konikpaarden heeft een zogenoemde wildkleur waardoor ze minder zichtbaar zijn en ze goed bestand zijn om 365 dagen per jaar buiten te leven. Vooral dat laatste is precies de reden dat het dier wordt ingezet ter begrazing van natuurgebieden.
Het ras is eigenlijk uitgestorven, maar in de Poolse plaats Proznan heeft men met speciale fokprogramma’s dit oerpaard uit het verleden kunnen ’terugfokken’. Bij andere paardenrassen selecteren fokkers meestal op kenmerken die belangrijk zijn voor het gebruik door mensen. Bij de Konikpaarden gebeurt dit niet en ze zijn dan ook nagenoeg vrij van ziekten die sommige gefokte paarden kunnen hebben.
De paarden leven in natuurlijke kuddes met een strenge rangorde. Vechtende hengsten, een leidende merrie, vrijgezellengroepen en paarden die de kudde verlaten zijn hier voorbeelden van. Hoe nieuwsgierig de paarden soms ook zijn, hou altijd in je achterhoofd dat het wilde paarden blijven.
Zou jij ook wel eens Konikpaarden willen spotten in Lauwersmeergebied?
Leave A Comment